descending/ascending theory
Over de manier waarop spataderen eigenlijk ontstaan bestaan verschillende wetenschappelijke inzichten. Hoewel de Nederlandse zorgautoriteit alleen de theorie aanhoudt dat spataderen ontstaan vanuit een afgaand (descending) mechanisme is er aanhoudend bewijs dat er ook wel degelijk sprake is van een opgaand (ascending) mechanisme.
Zo is aangetoond dat in een aanzienlijk percentage van de benen, waarbij reflux werd geconstateerd in de VSM (de belangrijkste stamader) de verbinding tussen de VSM en de v. Femoralis (de hoofdader) competent is. De aangetoonde reflux moet dan wel het gevolg zijn van andere pathologische problemen: vv. Perforantes, communicerende venen, bekkenvaricositas of simpelweg een ascenderend mechanisme.
Dit betekent dat een deel van de patiënten op oneigenlijke gronden behandeld wordt door middel van een endoveneuze ablatie (Laser, VNUS) of een strip.
Gelet op het feit dat ook na een ablatie de spataderen recidiveren, kan in eerste instantie de voorkeur gegeven worden aan sclerocompressietherapie, vooral omdat deze methode uiterst patiëntvriendelijk is. Zie bij behandelingen.
Een endoveneuze ablatie kan dan gereserveerd blijven voor die gevallen, waarbij sprake is van: incompetente kleppen saphenofemoraal, wijde diameter VSM, enkeloedeem en eventueel bijkomende pathologie zoals een ulcus (zweer aan het onderbeen), convoluutvorming, recidiverende phlebitis (aderonsteking), Wil jij weten wat voor jou de juiste behandeling is? Neem dan contact op met Spataderen-Amsterdam door het contactformulier in te vullen.
Ajeto Buurman!
Plaats een reactie